Bijdragen aan een betere samenleving

Waarom is dit belangrijk?

Digitalisering verandert onze economie en samenleving aan een hoog tempo. Het biedt heel wat kansen om handmatige handelingen te verminderen en processen te vereenvoudigen, denk maar aan online winkelen en internetbankieren. Het internet en de ruime beschikbaarheid van API’s (application programming interface) en componenten hebben wereldwijd zowel de distributie- als de maakbarrière zo goed als weggenomen, waardoor een Belgisch softwarebedrijf vandaag probleemloos producten en diensten kan verkopen aan pakweg een Australische klant. Topuniversiteiten kunnen studenten wereldwijd de kans geven om bepaalde cursussen te volgen. Online bankieren is mogelijk op plaatsen in Afrika waar fysieke banken nog niet bestaan.

De afgelopen tien jaar zijn digitale technologieën ook veel betaalbaarder geworden, waardoor ze nu voor elk bedrijf binnen handbereik liggen. 5G zal de digitale transformatie van dienstenbedrijven en maakbedrijven nog versnellen, door bijvoorbeeld nieuwe mogelijkheden te bieden om de klantenervaring te verbeteren, de connectiviteit tussen machines te verhogen of het voorraad- en ketenbeheer te optimaliseren via continue monitoring.

Om hun concurrentiepositie te behouden en te versterken, is het belangrijk dat onze bedrijven vooroplopen in de digitalisering en er optimaal van profiteren. Maar de digitalisering brengt heel wat uitdagingen mee, met name voor onze maakbedrijven. Door de digitalisering is de markt veel beweeglijker geworden en kan concurrentie plots uit onverwachte hoeken komen. Klassieke autoverdelers concurreren bijvoorbeeld niet meer alleen met andere merken, maar ook met autodeelsystemen.

Door de toenemende digitalisering stijgt ook de nood aan digitaal talent en technologische profielen. Mensen op de werkvloer moeten opleiding krijgen om mee te zijn met de laatste digitale evoluties. En er is nood aan nieuwe profielen met sterke technologische skills, zoals data engineering en cybersecurity. Het tekort aan arbeidskrachten in digitale domeinen beperkt het vermogen van Belgische ondernemingen om te innoveren en van innovatie te profiteren. In 2020 meldde 58,8% van de ondernemingen die ICT-specialisten aanwierven of probeerden aan te werven, dat ze moeilijkheden ondervonden bij het invullen van ICT-vacatures, zo blijkt uit de Be The Change-studie. In de digitale transformatie moet inclusiviteit ten slotte centraal staan: digitale innovaties moeten voor iedereen toegankelijk zijn.

Engagementen

• Tegen 2025 streven we naar een derde positie binnen de EU op het vlak van integratie van digitale technologieën in bedrijven (DESI-index).
• Tegen 2025 zit de bijdrage van digitale technologieën aan de reductie van broeikasgasemissies in Belgische bedrijven op het Europese gemiddelde (DESI-index).

Indicatoren

• Desi-index: integratie van digitale technologie
• Desi-index: Belgische positie op basis van de enquête over de bijdrage van digitale technologieën aan de milieuduurzaamheidsacties van EU-bedrijven

Waar staan we vandaag?

Waarom is dit belangrijk?  

Mobiliteit is essentieel voor ondernemingen en voor de samenleving: het doet onze economische en maatschappelijke wereld draaien. Maar door de stijgende vraag naar goederen- en personenvervoer zijn files een groeiend probleem geworden. Files hebben naast tijdverlies een impact op ons welzijn, onze gezondheid, veiligheid en work-lifebalance. Ze zorgen ook voor een verslechtering van de luchtkwaliteit en dragen extra bij aan de klimaatopwarming. Tijd is geld: verkeerscongestie betekent ook een economische meerkost voor ondernemingen.

In dit onderdeel behandelen we de impact van het woon-werkverkeer en van dienstverplaatsingen op de verkeersdoorstroming. De impact van verkeer op het leefmilieu en het klimaat komt aan bod in Ambitie 3: Het milieu en de planeet beschermen.

Zowel werkgevers als werknemers zijn vragende partij voor een duurzamer woon-werkverkeer. Als werkgever willen we onze verantwoordelijkheid nemen. Door uurroosters en werktijden flexibeler te maken, worden de ochtend- en avondspits afgevlakt en staan mensen minder in de file. Onnodige verplaatsingen vermijden we door vaker digitaal te werken en online te overleggen. Al voor de coronapandemie werd er in heel wat dienstenbedrijven binnen onze sector aan telewerken gedaan. Sinds de pandemie is het aandeel telewerk verder toegenomen; in de meeste bedrijven heeft de pandemie de ontwikkeling van een duidelijk telewerkbeleid versneld.

Niet elke verplaatsing kan vermeden worden. Daarom zetten we ons in voor een modal shift, waarbij gemotoriseerd vervoer over de weg zoveel mogelijk vervangen wordt door andere, duurzame vervoermiddelen, zoals de (elektrische) fiets, de trein, autodelen en collectief vervoer. Allerlei technologische hulpmiddelen, zoals multimodale mobiliteitsapps, kunnen de meest geschikte vervoersopties (openbaar vervoer, deelfietsen, -scooters, -auto’s en -steps …) identificeren. Het invoeren van een mobiliteitsplan bij onze bedrijven en een aangepaste policy kunnen helpen om werknemers flexibiliteit en incentives te geven om zich duurzamer te verplaatsen.

Agoria en de technologische industrie zijn een grote pleitbezorger van de intelligente kilometerheffing voor personen- en bestelwagens, voor zover die op een budgetneutrale manier wordt ingevoerd. Zo’n heffing laat toe om via een variabele verkeersbelasting verplaatsingen tijdens de spits te ontraden en zo het verkeer beter te spreiden in de tijd. Een invoering over het volledige grondgebied biedt ook mogelijkheden om sluipverkeer te vermijden en auto’s eerder naar snelwegen en gewestwegen te leiden. Ook het type voertuig kan meegeteld worden: vervuilende wagens betalen dan een hogere heffing dan meer milieuvriendelijke types. Zo wordt de maatregel ook een stimulans om voertuigen met een lagere milieu-impact te gebruiken.

Engagementen

• Tegen 2025 heeft minstens de helft van de lidbedrijven een mobiliteitsplan ontwikkeld dat naar de modal shift leidt.

Indicatoren

• Aantal lidbedrijven dat een mobiliteitsplan heeft

Waar staan we vandaag?

Waarom is dit belangrijk?

Zowel bedrijven als particulieren zijn steeds vaker geconnecteerd met het internet. Daardoor genereren we met z’n allen enorm veel data: elke twee jaar verdubbelt de hoeveelheid. Op dit moment zijn data vooral waardevol voor grote spelers als Google of Facebook, die ze gebruiken voor commerciële toepassingen. Door te evolueren van een data-economie naar een data sharing economy, waarin bedrijven en overheden hun data met anderen delen, ontstaat een enorm potentieel voor innovatie.

Het idee is dat consumenten en bedrijven die gegevens genereren via een apparaat, of het nu een mobiele telefoon, een auto of een apparaat is dat via internet met andere apparaten in contact staat via het internet of things, gratis toegang zouden moeten krijgen tot die gegenereerde data. Die data sharing-economie biedt de technologische industrie een scala nieuwe kansen, die we ten volle willen benutten. Als bedrijven – ook kleinere bedrijven en start-ups – toegang krijgen tot grote hoeveelheden data, kunnen ze innovaties met een grote maatschappelijke meerwaarde realiseren. Een voorbeeld: als alle Europese ziekenhuizen hun datasets zouden delen, zouden bedrijven veel accuratere algoritmes kunnen creëren om bijvoorbeeld COVID-19 op te sporen op een röntgenfoto aan de hand van AI. 

De free flow of data die daarvoor nodig is, ondervindt vandaag nog heel wat hindernissen. Zo is er een gebrek aan open data vanuit overheidsorganisaties zoals vervoersmaatschappijen. Om datagedreven innovaties mogelijk te maken, werkt de EU tegen 2030 aan een eengemaakte markt, waar data van overheden, bedrijven en particulieren vlot, veilig en correct gebruikt worden voor het algemeen belang.

Vanuit de technologische industrie zijn we onder meer partner in het internationale samenwerkingsproject Gaia-X, waarin het bedrijfsleven, wetenschap en overheid samenwerken aan de data-infrastructuur van de toekomst. Het doel: een open, transparent en veilig digitaal ecosysteem, waarin data en diensten beschikbaar kunnen worden gesteld, verzameld en gedeeld. We werken ook mee aan de European Data Spaces voor sectoren zoals milieu, energie en landbouw. Met die dataruimtes wil de EU beter gebruikmaken van overheidsdata voor onderzoek voor het algemeen belang, de uitwisseling van data door individuen ondersteunen en structuren opzetten waarmee belangrijke organisaties data kunnen uitwisselen.

• Dankzij de technologische applicaties uit onze sector zijn bedrijven en overheden in staat om op ongekende schaal gebruik te maken van gegevens om hun activiteiten te verbeteren en verder te ontwikkelen. Denk aan het gebruik van gegevens om AI-algoritmes te trainen, maar ook aan de enorme toename aan internet of things-toepassingen. Data liggen aan de basis om al die innovaties mogelijk te maken. 
• Datasoftware die de technologische industrie ontwikkelt, leidt tot optimalisaties en kostenbesparingen in zowat alle industrietakken. Zo laten innovatieve data-applicaties en -software toe om een beter inzicht te verwerven in industriële processen, om installaties beter af te stemmen op de productievereisten en om mankementen in procesinstallaties gericht op te sporen. Door data te verzamelen en goed te managen, kunnen industriële installaties preventief gescreend en hersteld worden. Dat resulteert in een langere levensduur van een installatie. 
• Heel wat Belgische bedrijven, ook in de maakindustrie, werken aan data-gerelateerde businessmodellen. Momenteel gebruiken ze hun gegevens vooral intern, om hun eigen producten en diensten te verbeteren. Mits ze een bruikbaar verdienmodel hebben, kunnen bedrijven die data ook extern delen. Aanbieders van warmtepompen, zoals Daikin, kunnen bijvoorbeeld hun temperatuurmetingen delen en zo meewerken aan een gedetailleerde warmtekaart van België. 
• Een technologische ontwikkeling met heel wat potentieel is de digital twin, een virtuele weergave van een fysiek object of een omgeving. Om een digital twin te creëren, zijn data van verschillende bronnen nodig. Momenteel zijn twee of drie bronnen vaak voldoende, omdat digital twins alleen nog maar gecreëerd worden om heel specifieke problemen op te lossen, bijvoorbeeld om te bekijken welke schaduwen een gebouw zal werpen. In een uitgebreide data-economie zal het mogelijk worden om veel betere digital twins te creëren, die veel meer mogelijkheden bieden. 
• Privacy en gegevensbescherming zijn dus niet meer weg te denken uit de hedendaagse bedrijfsvoering. En het belang ervan zal alleen nog maar toenemen. Ook op dat vlak faciliteert de digitale industrie bedrijven: we reiken technologische oplossingen aan om data beter te beschermen. We werken daarnaast aan applicaties om het vrije verkeer van persoonsgegevens binnen de EU vlot te laten verlopen en de overdracht naar derde landen te vergemakkelijken.

Engagement

• Tegen 2025 is 60% van de kmo-lidbedrijven aan de slag met data-analytics.
• In 2025 is de Belgische lokale data-economie goed voor 21 miljard euro.

Indicatoren

• Aantal lidbedrijven dat data-analytics toepast
• Waarde van de data-economie

Waar staan we vandaag?