Fibricheck geeft mensen de mogelijkheid hun eigen hartritme te monitoren en hartritmestoornissen te detecteren. Het bedrijf zet de expertise en software achter zijn applicatie ook in om de ontwikkeling van andere applicaties voor de digitale gezondheidszorg te versnellen. Preventie en een verlichting van de zorglast zijn daarbij de sleutelwoorden.
“We zijn Fibricheck in 2014 gestart. De focus lag op het vermijden van beroertes”, vertelt Bieke Van Gorp, medeoprichter en COO. “Die worden vaak veroorzaakt door hartritmestoornissen. Omdat symptomen komen en gaan, zijn hartritmestoornissen niet alleen moeilijk vast te stellen, maar ook moeilijk te behandelen. Tegen dat een patiënt bij de dokter zit, kan die vaak niets meer vaststellen. Dat leidt tot frustratie bij de patiënt en heeft soms ernstige gevolgen, zoals een beroerte die vermeden kon worden.”
Meten op het juiste moment
Vandaag gebruiken al meer dan 700.000 mensen Fibricheck om de gezondheid van hun hart zelf op te volgen. Ze doen dat door simpelweg de applicatie op hun smartphone te installeren. Daarmee kunnen ze hun hartslag en hartritme meten waar en wanneer ze willen, dus ook op momenten wanneer zich symptomen voordoen. De patiënt kan de resultaten makkelijk delen met zijn of haar arts, die zo betere inzichten krijgt en mogelijke problemen vroeg kan opsporen of behandelen.
Preventieve en digitale gezondheidszorg
“Met dit soort technologie kunnen we aan preventieve gezondheidszorg doen en dat biedt enorm veel voordelen. Hoe sneller je problemen vaststelt, hoe vlotter het herstel. De patiënt krijgt meer levenskwaliteit, in plaats van te moeten leren leven met de impact van bijvoorbeeld een beroerte. Aan de kant van de zorgverlener komt er dan weer tijd vrij voor patiënten die nood hebben aan direct contact.”
Het concept van Fibricheck kwam door de coronapandemie op de voorgrond omdat artsen en ziekenhuizen minder bereikbaar waren door lockdowns en overbelasting. “Je kan stellen dat digitale gezondheidszorg een lange zwangerschap kende en dan ‘overnight’ geboren is”, vertelt Van Gorp. “Wij zijn ervan overtuigd dat digitale zorg nog verder zal groeien. Er is nog veel potentieel. Denk maar aan de mogelijkheid om chronische patiënten vanop afstand op te volgen. Met de expertise en infrastructuur die wij voor Fibricheck ontwikkelden, kunnen we bovendien andere ontwikkelaars helpen om hun oplossingen sneller op de markt te krijgen. Daarom hebben we een aparte businessunit opgericht: Extra Horizon.”
“Zelfs al kunnen we maar een beperkt percentage van de aandoeningen voorkomen, dan spreken we nog van een groot effect op de levenskwaliteit van mensen en de belasting van zorgverleners”
Bieke Van Gorp, medeoprichter en COO
De volgende horizon
Extra Horizon biedt een medische ‘backend as a service’ aan voor ontwikkelaars van digitale gezondheidszorg. “Dat kan je zien als een pakket van bouwstenen die sowieso nodig zijn voor digitale gezondheidstoepassingen”, zegt Van Gorp. “Het gaat dan onder andere over de veilige opslag en uitwisseling van patiëntengegevens. Als ontwikkelaars die modules niet eerst zelf moeten maken en laten goedkeuren, kunnen ze focussen op hun specifieke IP. Zo kunnen ze niet alleen sneller naar de markt, het is ook veiliger en ze kunnen ook een internationale markt aanboren. We hebben bijvoorbeeld de cloudinfrastructuur geleverd voor verschillende rapid COVID-tests. Die moest snel en veilig op poten staan, dus daar zijn we heel trots op.”
Ook voor de wetenschap brengt de opmars van digitale gezondheidszorg een aantal voordelen met zich mee. “Er lopen al heel wat klinische studies die gebruikmaken van Fibricheck. Onderzoekers verzamelen er bijvoorbeeld gegevens mee om risicofactoren voor hartritmestoornissen te identificeren. Op basis daarvan zouden we mensen preventief kunnen monitoren en aandoeningen kunnen voorspellen. En met Extra Horizon zijn we onder andere betrokken bij studies rond diabetes en sinusitis. Als we bepaalde aandoeningen kunnen voorspellen via applicaties – al is het maar een beperkt percentage – dan heeft dat meteen een groot effect op de levenskwaliteit van mensen en de belasting van zorgverleners.”