Grondwater blijft de voornaamste waterbron binnen de technologische industrie (36,2%), gevolgd door oppervlaktewater (26,1%), gerecupereerd water (15,7%), leidingwater (15,1%) en hemelwater (6,8%). Ongeveer één vijfde van het totale waterverbruik wordt bijgevolg ingevuld door hergebruik.
Het aandeel grondwater blijft ongeveer gelijk sinds 2008 en ook het aandeel oppervlaktewater blijft nagenoeg constant. De milieu- en energie-intensieve industrie is de grootste verbruiker van grond- en oppervlaktewater. In deze industrietak maakt grondwater twee vijfde van het totale waterverbruik uit. Driekwart daarvan wordt aangewend in het productieproces. Het resterende deel wordt ingezet als koelwater. Ongeveer één derde van het totale waterverbruik bestaat uit oppervlaktewater, dat voornamelijk dienstdoet als koelwater.
In de maakindustrie bestaat 82% van het totale watergebruik uit leidingwater. Grondwater is goed voor 15% van het waterverbruik, het aandeel hemelwater bedraagt slechts 3%. Het leidingwater wordt voornamelijk aangewend voor productietoepassingen. 20% is bestemd voor huishoudelijke toepassingen binnen de bedrijven, zoals het spoelen van toiletten, douchen en het schoonmaken van kantoren.